Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Eerstelijnzorg werkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

In de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is vastgelegd dat elke organisatie die werkt met volwassenen en kinderen moet werken met een meldcode. De wet is in 2013 ingevoerd en geldt voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Vanaf 2019 is deze meldcode uitgebreid met een afwegingskader. Dit afwegingskader ondersteunt een beroepskracht die vermoedt dat sprake is van kindermishandeling, huiselijk geweld en/of ouderenmishandeling. Ook Eerstelijnzorg werkt met de Meldcode en heeft daarvoor een protocol opgesteld waarin staat wie, wanneer, welke stappen zet bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling.

Als een medewerker van Eerstelijnzorg een vermoeden heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling volgt deze de voor de meldcode verplichte vijf stappen:

  1. Eerst brengen de signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling in kaart.

  2. Dan overleggen we met collega's en de leidinggevende. Indien nodig ook met Veilig Thuis, of met een letseldeskundige.

  3. Daarna voeren we een gesprek met de cliënt en/of met de ouders/ verwanten.

  4. We wegen de aard en ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling aan de hand van het afwegingskader. Eventueel overleggen we met Veilig Thuis.

  5. We nemen twee beslissingen:

    • is melden noodzakelijk

    • is hulp verlenen of organiseren mogelijk.

Meer informatie over de wet Meldcode kunt u vinden op: